Dit weer leent zich bij uitstek om nog even tegen u te zeuren over onze moderne brabbeltaal. Het mooiste meisje van mijn werk is nu even op vakantie, dus is de kans klein dat ze dit leest. Zij en 10 miljoen andere Nederlanders gebruiken in ieder (telefoon)gesprek minstens twaalf maal de nietszeggende tijdwinner “zeg maar“. De grootste fout die je kunt maken is je hieraan te gaan storen en nóg erger is het om te “turven”. Ik kan dat soms niet laten. Dan zet ik stiekem streepjes bij iedere “zeg maar“, of steek ik vingers omhoog. Een enkele keer tel ik hardop mee. “Dat is zeven!” Ik kan u verzekeren dat het niets helpt. Het “zeg maar” zit er zo rotsvast ingebakken dat alleen het automatisch toedienen van flinke voltages op gevoelige plekken dit gebruik zouden kunnen terugdringen, mits consequent toegepast. Gisteren op de verjaardag van één van mijn prachtige schoondochters dropte ik mijn ears in een gesprek van twee succesvolle, vriendelijke veertigers, waarbij bij één van de mannen het “zeg maar” niet van de lucht was. Ik telde er binnen vijf minuten zó maar twintig, terwijl het hier werkelijk geen domme jongen betrof. Niet eens meer verbaasd, slechts licht geërgerd concentreerde ik me op de mij toevertrouwde taak aan de BBQ. Dat mooiste meisje waarmee ik dit verhaal begon voegt er overigens in iedere zin nog graag twee ook behoorlijk overbodige woordjes aan toe. “In principe…” Ze begint daar de meeste antwoorden op gestelde vragen mee en herhaalt dat in ieder gesprek tenminste vier keer. Kennelijk kom je een stuk deskundiger over als je een antwoord daarmee begint, het halverwege nog eens gebruikt en aan het eind bevestigt. In principe, zeg maar. Vanzelfsprekend ( een mooi woord in dit verband) zet ik ook nog steeds streepjes bij het onuitroeibare “Helemaal goed”, het akelig positieve “Super leuk” en het ook best hardnekkige “Inderdaad”. Morgen schijnt de zon weer lieve mensen. Dan gaat het ook met mij wel weer wat beter. Een volgende regenachtige dag ga ik het weer eens met u hebben over de rare gewoonte van bedienend personeel om de verleden tijd te gebruiken zodra er een toonbank of kassa tussen jou en haar/hem staat. “Had u een bonnetje gehad willen hebben?” “Had u er wit- of bruinbrood bij gewild?” “Wat was uw naam?” Azijnpisser? dicktipt: Mensch, erger je niet!
* In deze zure serie verschenen eerder: Er omheen! Papegaaien en Heel eerlijk.
Ik heb weer vrolijk om jou kunnen lachen!
Regenachtige groet,