Hij was mooi op tijd en nam de stoel op de hoek naast me. Met zijn laagst mogelijke stem stelde hij zich voor en stak mij zijn behaarde hand toe. “Mijn naam is Bert, ik ben bas.” Een spontane sopraan voor ons draaide zich om, kennelijk aangewakkerd door zijn bronstig stemgeluid, en informeerde bij welk koor hij normaal gesproken zong. Hij somde wat hoogtepunten uit zijn indrukwekkende CV op en liet ook mij ongevraagd wat actiefoto’s zien op zijn grote zwarte smartphone. “Dit zijn allemaal professionele zangers waar ik dat concert mee gaf”, wees hij, en “op die foto was het publiek ook tot tranen toe geroerd geweest”. De (lage) toon was gezet; ik wist waarmee ik temaken kreeg deze laatste repetities. De valkuil voor zo’n nieuwe bas met ervaring is meestal dat hij onmiddelijk in de eerste drie maten wil laten horen dat hij van uitzonderlijke kwaliteit is. De z.g. buitencategorie. De sopranen vóór hem waren vast en zeker direct opgewonden, maar ik vond het vooral hard, laag en lelijk. Wel hoorde ik onmiddelijk dat hij beter kon en probeerde hem op zijn gemak te stellen door zo zacht en onderdanig mogelijk te zingen, iets wat ik oppikte in natuurfilms. Dat hielp maar zeer betrekkelijk totdat de dirigent met een vies gezicht vroeg of de bassen wellicht ook iets beter konden mengen. Vanaf dat moment was hij op zijn hoede en zong een toontje zachter. Een bekwame bas met een prima stem. Met zangers van dit type ben ik ook altijd op mijn hoede en vroeg mij af hoelang het zou duren voordat hij de eerste vinger zou opsteken. En ja hoor, ik hoefde niet lang te wachten tot hij zijn kans greep en zich met lage stem wendde tot de dirigent. Hij had mijn eerste foutje opgemerkt en vroeg: “De bassen zijn het niet helemaal eens in maat 52!” Dit is de klassieke manier om je buurman uit te leggen dat hij ernaast zit. Het kan nog veel erger, als ze je betrokken gaan uitleggen dat die F toch écht een Fis moet zijn, en of die B in mijn partituur soms als Bes genoteerd staat. Het is een soort territoriumdrift waar ik, zeker de eerste keer erg voorzichtig mee zou zijn. Maakt u zich geen zorgen, het wordt een prachtige MattheusPassion op 24 maart in Harderwijk, waarbij u de acht bassen op geen enkele fout zult betrappen. Mocht u erbij zijn en mij na afloop treffen aan de bar met Bert, dan zijn de bassen het alsnog eens geworden over maat 52. Mannen, en ik zeker, maken zich over zaken als deze nooit lang druk. Een olifant heeft immers toch de grootste. Zingen in een koor is werkelijk geweldig!
dicktipt: www.bachpassionenharderwijk.nl
8 thoughts on “de grootste”
Comments are closed.
Een wedstrijdje verplassen van formaat! En ook dat kan die olifant beter en verder, vermoed ik, haha. Succes met de Mattheus!
Hahahahaha, geweldig!!!!Zeker als je erbij bent geweest ;-)))))
Ik dacht al dat er zoiets gebeurd was!
Mijn vader heeft ook altijd in een koor gezongen. Een zeemanskoor… Maar nu ze naar België zijn verhuisd kan dat niet meer. Jammer eigenlijk….
met een slokje op zijn “de klokken van Arnemuiden” ook heerlijk om te zingen. BimBam!
Heb jouw nonverbale uitleg van een bas laatst aan mijn ouders voorgedaan – tot grote onsteltenis van Wim. Mijn moeder en ik zitten op 24 maart as op rij 10 aan het middenpad – ze zal vragen wie je bent.
Bert en ik zullen na afloop graag met haar proosten aan de bar bij Baars. We zullen haar laten schrikken bij Barabas! x
Ik zal haar voorbereiden, maar of ze aan de bar komt durf ik (nog) niet te beloven x
Je maakt als uitleenbas nog eens wat mee, maar doe er je
voordeel mee zou ik zeggen, op 24 maart zullen we het
horen. Je moet ook nog een hele goeie smoes verzinnen
voordat je terugkomt bij de COV waarom je zo plotseling
was verdwenen…..tot aan de bar….succes!