Zelden koop ik een boek. De afgelopen tien jaren las ik eigenlijk alleen op (lange) vakanties. Eén in het vliegtuig op de heenweg, nóg een op de bestemming en het laatste bewaarde ik voor de terugweg. Als dat boek bij het naderen van Schiphol nog niet uit was, kwam het ook niet meer uit meestal. Onlangs kreeg ik een boek voor mijn verjaardag. De gulle geefster heeft het goed met mij voor. Het verhaal speelt in een tehuis voor dementerenden. Een passage uit het eerste hoofdstuk:
Je wordt ervan verdacht bij leven en welzijn te weinig visolie te hebben gegeten, te weinig noten ook. Je gaf de voorkeur aan soapseries op boeken met ingewikkelde plots, je dronk meer dan lief was voor je hersencellen, te trok je neus op voor kruiswoordraadsels en las nooit een krant in een andere taal. Jij bent het die je brein liever lui dan moe hield, de inspanning om deftig met de nieuwste technologieen te leren werken bracht je niet meer op. Dat je dement werd heb je enkel en alleen maar aan jezelf te danken. Zo kijkt mijn vrouw me aan. Als ze mij bezoekt. Wat ze, gelukkig, steeds minder doet.
Mijn laatste serieuze vakantie was in 2010, hetgeen betekent dat ik al drie jaar nauwelijks een boek in handen had, laat staan uitgelezen. Ik herinner mij alleen het boekenweek geschenk van Kees van Kooten. Als ik de genen van mijn ouders heb word ik met gemak negentig jaar en het zou jammer zijn dat, wanneer u op bezoek kwam, ik u niet zou herkennen. Ik zal de “braintrainer” weer eens uit de onderste la tevoorschijn halen en ik heb goede hoop dat zingen en het instuderen van soms best ingewikkelde muziek mij de komende dertig jaar voldoende scherp houdt. Overigens doet mijn Sonja al dagelijks haar best om mij aan het denken te houden. dicktipt: Dimitri Verhulst, De laatkomer.