Zojuist zag ik in P&W Tijl Beckand een warm pleidooi houden voor klassieke muziek. Hij is kennelijk een liefhebber en heeft initiatief genomen om het opnieuw onder de aandacht te brengen van een breder, jonger, ander publiek. Via Cd’s met zijn uitleg en een nieuw Tv-programma waarin populaire zangers zich wagen aan klassiek repertoire. Vorig jaar had Ernst Daniël Smid ook een programma met een soortgelijke formule voor opera- en operette repertoire. Als u bovenstaande foto bekijkt begrijpt u direct de bedoeling van Tijl. Hij is net als ik bezorgd over de vergrijzing van de “klassieke” doelgroep. Wij zijn al lang geleden begonnen met uitsterven. Ik neem wekelijks enthousiast mijn plekje tussen tenoren en bassen in om de baritonpartij van de Nabucco in te studeren. Dit stuk van Verdi is overduidelijk niet razend populair bij een breed publiek, al was het voor mijn grijze koor al behoorlijk vernieuwend. Ook mijn koor heeft grote moeite met verjongen. Een enkele keer meldt zich een vlotte jonge dame voor een open repetitie, maar zelden zie je haar de volgende week terugkomen. Om over jonge tenoren maar helemaal niet te beginnen. Kijk nog eens naar de foto en u begrijpt waarom. Bij instrumentale klassieke muziek valt het nog wel iets mee zo lijkt het. Orkesten zien er minder levensmoe uit dan de meeste Oratoriumverenigingen. Ik zou natuurlijk iets anders kunnen gaan zingen en deze oude kerkmuziek aan nóg oudere mensen overlaten, maar als ik ergens een hekel aan heb, dan zijn het vrolijk swingende koortjes. Ik weet het, de pauzes en de naborrels zullen veel gezelliger zijn, maar ik zou de muziek erg missen. Misschien lukt het Tijl Beckand het tij te keren. Misschien komt er over een jaar een eerste prachtige, jonge sopraan meezingen die een paar maanden blijft. Wij houden nog wel even vol. Bach, Brahms, Haendel en Verdi blijven de moeite waard. Kom eens luisteren op 19 november in Harderwijk. Val pensiero kent u zéker! Ik beloof u na afloop een eigentijds biertje in het naastgelegen café.