Ze staat op een onbenullig plekje. Precies op de grens tussen dickblogt en de buren. Volgens sommigen staat ze zelfs wat in de weg. Daar komt dan nog de bloesem op de grond bij, straks al die besjes en in het najaar het blad. Overlast alom, maar ze doet zo verschrikkelijk haar best om mooi te zijn. Ze ruikt naar drie potten honing. Onbenullig…
Zoet….
Mooi, bijna een gedicht, misschien mooier. Alles van waarde is weerloos zeiden ze vroeger al. Dat ik in de gauwigheid een sneeuwwitte boezem had gelezen doet daar niets aan af.
Dat liedje had ik ook in mijn hoofd, dus dat komt over….