Zijn vader deed in kartonnage,
een man met flair, bijna voornaam.
Jan leeft van rommel en ravage
Stadsjutter zijn geuzennaam.
Verzamelwoede diep van binnen
weggooien komt niet in hem op,
altijd een plekje te verzinnen
altijd kan er iets bovenop.
Fietsen, tafels, kasten, boeken
een vuilnisbelt, uitdragerij.
volhardend jutten, slepen, zoeken,
er mag nog best een beetje bij.
De buren klagen, overheden
dienen protest in, een exploot.
te vaak de regels overtreden,
onteigening werd haast zijn dood.
De vrouw ontvlucht zijn spaarzaam leven
voornemens eens te vaak verzuimd,
haar hoop op orde opgegeven
de dochters volgen, opgeruimd.
Deze is erg mooi.
En zo jutten we verder, van woord naar woord.
.
Het is verbijsterend hoeveel mensen kunnen ‘sparen’ inderdaad…. Leuk ‘verrijmd’….
😉
en hoeveel wij kunnen weggooien ook..